Samenwerken met de bril van een sportinstructeur

 

Via mijn werk bij de Provincie Zuid-Holland zit ik regelmatig in workshops en seminars. Zoals gebruikelijk wordt er tijd besteed aan elkaar voorstellen. Ik doe dan een gedachten oefening om te kijken wat ik ga zeggen als ik het event thema, mijn rol en mijn sportachtergrond met elkaar verbind. Ik ben nieuwsgierig naar mijn eigen antwoord op “wat doet een sportinstructeur bij het begeleiden van transitie opdrachten.” 

 

Eigenlijk ben ik steeds weer verrast hoe bruikbaar mijn lessen uit groepsdynamiek en voorbereiding van sport trainingen is om in transities samen te werken. 

 

Tijdens mijn CIOS (Sportleider) opleiding stond steeds “het spel spelen” centraal. Of het nu gaat om volleybal, rugby, hockey, voetbal. Het gaat erom dat een groep mensen oefeningen aangereikt krijgen waardoor ze beter gaan samenwerken, elkaar gaan aanvullen, elkaar gaan vinden, elkaar gaan steunen, elkaar gaan begrijpen, etc. De regels, het materiaal, het spelveld, het tenue, de trainer/coach zijn een goed begin zodat er gespeeld kan worden. Of er met energie en passie gespeeld gaat worden, bepaald de groep zelf. En het maakt ook niet uit of topsport- of recreatie niveau is. Samenwerken ontstaat in de groep. 

 

De groep met mensen die wil samenwerken aan een transitie opgave heeft de volgende kenmerken:

  • Verschillende belangen: de groep bestaat uit mensen uit het bedrijfsleven, overheid, wetenschap en maatschappij. Hoe groter de diversiteit hoe beter (en uitdagender),
  • Niemand kan alleen een transitie opstarten: voor een systeem verandering heb je elkaar nodig,
  • Het doel staat nog niet vast. De drijvende kracht is “zo kan het niet langer”, maar het is nog duidelijk wat er concreet anders moet,
  • De groep is vrijblijvend, alle deelnemers zijn er vrijwillig,
  • Elke deelnemer is gedreven door het verlangen om iets te veranderen.

Dat vraagt een specifieke instelling van de deelnemers en van de begeleiding. Met name “ik weet hoe het moet” gaat niet werken. Samen uitproberen, al doende leren, samen oefenen en zo stap voor stap beter het “transitie spel” onder de knie krijgen is waar het om draait in dit soort groepen.